Elementen/atomen: Een metaal beïnvloedt de existentiële en fundamentele materiële zaken. De persoon beschouwt alles in basistermen van het bestaan: zijn of niet zijn. Elke bedreiging of verstoring wordt als gevaar beschouwd voor het fysieke of spirituele bestaan of structuur. De zaken worden zwart of wit gezien.
Kernwoorden: Zijn, structuur, vorm, duidelijk omschreven, eenheden, kwantiteit.
Klassiek element: Lucht. Psychologische functie: Introvert denken.
Zouten/moleculen: Zout beïnvloedt verbindingen, duidelijkheid van grenzen, relaties en aanpassing, omdat zouten bestaan uit tenminste twee elementen, of het resultaat zijn van een reactie van een zuur en een base die in balans zijn met water plus inhoud. Een zout beïnvloedt zaken welke relaties en aanpassing betreffen, vanuit het perspectief van existensie.
Kernwoorden: aanpassing, alterneren, balans, grens, regelen, vloeien, verbinding, relatie, structuur, proportie, concentratie, verandering, behoren, verbreken, zwart of wit, ja of nee.
Klassiek element: Aarde. Psychologische functie: Introvert en Extravert gewaarworden.
De interne informatie van de stoffelijke middelen heeft te maken met: bekrompen, strikt, omschreven, één karakter. Er is sprake van een (min of meer dood) fysiek of stoffelijk lichaam zonder bewustzijn.
De delen van een plant zijn ook onderverdeeld in rijken: De wortel is het meest stoffelijke deel van de plant. De steel of stam is het meest plantaardige gedeelte. De bloemen of vruchten zijn het meest dierlijke gedeelte.
De hoofdeigenschappen van een plant zijn:
Het gaat hier als toevoeging aan de existentiële kwesties van het Mineralenrijk, om kwaliteit en goede reactie. In ziekte is de reactie op situatie niet in orde en is er behoefte om goed te functioneren.
Kernwoorden: functie, activiteit, aanpassingsvermogen, bloemen, vruchten, ontwikkeling, opnemen, emoties, gevoelens, reproduceren, groei, structuur, leren, proporties, systeem, volwassen, kwaliteit, reactie op de omgeving, regulatie, voeding.
Klassiek element: Lucht. Psychologische functie: Extravert denken.
De interne informatie is meer gecompliceerd, veel bestanddelen, een systeem. Onder de onbewuste processen vallen het immuun of afweersysteem, zelfgenezingskracht, het voortplantingsmechanisme, de stofwisseling, de ademhaling, het geheugen, het functioneren van de zintuigen, het instinct, de groeikracht. Er is sprake van een fysiek lichaam en een levenskracht met onderbewustzijn (waar vanuit de levensprocessen gestuurd worden).
Het Dierenrijk wordt gekenmerkt door:
Het dierlijke conflict heeft als toevoeging op de thema’s, existentie en functioneren van het Mineralen en Plantenrijk, te maken met beweging.
Kernwoorden: beweging, zintuigen, verbeeldingskracht, opmerkzaam, identiteit, wil, eer, emoties, gevoelens, instinct, verlangens, genieten, communicatie, vechten (voor overleving), sociale positie, jagen, stem.
Klassiek element: Water. Psychologische functie: Extravert voelen.
De interne informatie in het middel heeft te maken met een meer verfijnd systeem, het begin van een (dieren)geest. Er is sprake van een fysiek lichaam, levenskracht en bewustzijn (een ziel met gewaarwording en emotie). De ziel bevat het bewustzijn, de sympathieën, antipathieën, hartstochten, het ervaren van pijn, verdriet en angst.
De getroffen activiteit bij het mensenrijk heeft als toevoeging op de thema’s, existentie, functioneren en beweging van het Mineralen, Plantenrijk en Dierlijke rijk, te maken met het(zelfbewust) denken:
Kernwoorden: denken, begrijpen, abstractie, spraak, bewustzijn, betekenis, religie, waarden, controle.
Klassiek element: Vuur. Psychologische functie: Extraverte intuïtie.
De interne informatie in het middel is meer abstract en spiritueel. Er is sprake van een fysiek lichaam, levenskracht, ziel en zelfbewustzijn (geest met individualiteit). De geest bevat zelfbewustzijn, objectiviteit, bewust geheugen, begrip, onderscheidingsvermogen, moraal en eigen verantwoordelijkheid.
Middelen kunnen ingedeeld worden volgens een schaal van sequentie of ontwikkeling. Robbins betwijfelt of deze begint bij de Elementen en eindigt in het mensenrijk. Dit alles is in een model weergegeven, waarbij er van uit gegaan wordt dat:
Het Universele rijk staat dus aan het begin en eind staat van de reeks van natuurrijken. In het begin is er een vormloze toestand, met potentieel maar zonder structuur. Dit zijn eigenschappen die passen bij het Universele rijk, welke dus aan het begin van de schaal staat, voor de elementen. Aan de andere kant heeft het Universele rijk ook eigenschappen van een hogere ontwikkeling. Dit betekent een stadium aan het eind van de ontwikkelingsschaal na het mensenrijk. Dus het Universele rijk vertegenwoordigt zowel het initiële stadium voor het Elementen rijk, als het uiteindelijke stadium van ontwikkeling na het mensenrijk. Het lijkt erop dat het uiteindelijke doel van ontwikkeling, in zekere zin een terugkeer naar de oorsprong is, transcendentie.
Klassiek element: Ether. Psychologische functie: Kwintessens.