Herhaling van dosis


Onder herhaling van dosis wordt verstaan: herhaling van hetzelfde middel en potentie, bij dezelfde patiënt, voor dezelfde ziekte (symptomen).

Meestal wordt een enkele dosis gebruikt, maar in hardnekkige chronische gevallen zijn herhaalde doses van dezelfde of oplopende potentie nodig totdat het punt van reactie bereikt is.

Homeopathie werkt met de kleinst mogelijke dosis die voor herstel nodig is, men kan soms beter zeggen dat de dosis niet zo groot moet zijn, dat het herstel hindert, of de patiënt enig nadeel oplevert. De minimale dosis kan ook direct de maximale dosis blijken te zijn. Het middel is er op gericht de normale susceptibiliteit te herstellen. Bij een casus in het functionele stadium is in principe dus geen herhaling nodig.

De werkingsduur van een middel is o.a. afhankelijk van:

  1. Susceptibiliteit voor het middel;
  2. Grootte van de dosis;
  3. Hoogte van de potentie;
  4. Het karakter, intensiteit en stadium van de ziekte;
  5. De constitutie van de patiënt;
  6. Verstorende factoren.

Hoe groter de ontvankelijkheid is en de daarmee in overeenstemming gekozen middel, des te langer kan de werkingsduur zijn. Maar een passende lage potentie kan langer werken, dan een minder passende hoge potentie, dus ook bij de lagere potenties nooit routinematig herhalen. In het algemeen zijn de hoge potenties zoals de C200, 1M en 10M geschikt voor een enkele dosis en niet frequente herhaling. Lagere potentie zoals de C6, C12 en C30 zijn geschikt voor frequente herhalingen. Maar de respons van de constitutie is de meest belangrijkste indicatie, die bepaald hoe vaak er herhaald moet worden.

De LM-potentie moeten ook niet routinematig herhaald worden alsof het een D6 is. De LM’s werken veel te diep voor deze wijze van benadering. De werkingsduur van middelen, die verkregen is bij de geneesmiddelproeven op gezonde proefpersonen, geeft geen indicatie voor de reactieduur van het middel als simillimum. Men moet de beoordeling op juistheid van een middel niet direct af laten hangen van het feit dat een hoge potentie van het simillimum, een bepaalde lange werkingsduur zou moeten hebben (bijvoorbeeld de C200 moet dan minstens 6 weken werken)

Deze potentie van op zich het exacte middel kan namelijk ontoereikend blijken te zijn om in dit geval zo'n langdurige reactie te bewerkstelligen. Een hogere potentie kan dit hier dan waarschijnlijk wel.

Bij een langzame ziekte moet men niet te snel zijn met herhalen. Bij een intensieve acute ziekte kan een dosis snel uitgeput raken en moet al na een uur of op een nog korter interval herhaald worden.

Psora: Hoge potenties in een lage herhalingsfrequentie.
Sycosis: Lage tot medium hoge potenties in frequente of niet-frequente herhaling.
Tuberculosis: Lage tot medium hoge potenties in niet-frequente herhaling.
Syfilis: Lage potentie in frequente of niet-frequente herhaling (afhankelijk van de andere criteria).

In chronische gevallen moet soms ook vaker herhaald worden:

  1. In geval de vitaliteit laag is;
  2. Om te stimuleren en genezing te verzekeren;
  3. Bij een diepgewortelde ziekte;
  4. Bij een vergevorderde pathologie;
  5. Waar de oorzaak van de ziekte nog voortduurt;
  6. Bij belastende mentale, fysieke of externe verstorende factoren;
  7. Als er geen absoluut perfect simillimum te vinden is;
  8. Waar sprake is van vroegere onderdrukking.

Deze factoren kunnen de werking van het middel verkorten, waardoor zelfs de hogere potenties vaker herhaald moeten worden. Hier kan frequent herhalen tot het punt van reactie en herhalen als de vooruitgang stopt nodig zijn.

Het middel wordt gegeven in dezelfde potentie, wanneer de initiële klachten terugkeren, ongeacht welke potentie er gekozen is.

Als het middel te snel herhaald wordt, is niet meer aan de kleinst mogelijke dosis voldaan en kan het middel niet meer homeopathisch, dus (mild) genezend werken. Herhalen op een te kort interval, zodat er herhaald wordt terwijl de vorige dosis nog niet voldoende is uitgewerkt, geeft een te sterke cumulatieve werking (reactie) van het middel. De werking kan zo te sterk worden, zodat dit gepaard gaat met sterke verergeringen, of overprikkeling van het afweermechanisme. Vooral bij gevoelige of zwakke patiënten is deze handelwijze dus heel gevaarlijk. Als een middel, het juiste of een verkeerd gelijkend middel, te vaak herhaald of éénmalig een te hoge potentie of dosis gegeven wordt, kan onderdrukking het resultaat zijn. In sommige gevallen kan het middel wel op de levenskracht inwerken, maar niet verder op de 'oorzaak' inwerken. De potentie is dus nu te laag, herhaling geeft dan een vermindering van pathologie, zonder dat het onderliggende probleem, de diepere symptomen, ook verder aangepakt worden. Er is hierdoor geen sprake van een natuurlijke genezing. De werking is hier dus palliatief of onderdrukkend.

T.Smits: "Het is bekend dat er met homeopathische middelen onderdrukt kan worden. Deze onderdrukking kan maanden aanhouden, wanneer zeer hoge potenties gebruikt worden. Onderdrukking is slechts één keer mogelijk met hetzelfde middel. Zodra het middel herhaald wordt, keren de oorspronkelijke symptomen onmiddellijk terug. Dit zou niet mogelijk geweest zijn als er gedurende maanden sprake van een genezingsproces was. In dat geval zouden de symptomen op zijn minst enige tijd nodig hebben om weer te verschijnen. Dit betekent dat als een middel correct is, dit middel de reactie van de patiënt nooit zal antidoteren, zelfs als het te vroeg herhaald wordt. Wanneer het te frequent herhaald wordt, resulteert dit uiteindelijk in een verergering van de symptomen en wanneer er voldoende afgewacht wordt, verdwijnt deze verergering vanzelf en zal de genezing weer doorgaan.

Dit betekent dat als de werking van het middel afgebroken wordt door de vroegtijdige herhaling van het middel, dit middel onderdrukkend was en het juiste middel nog gegeven moet worden. De praktijk van meer frequente herhaling heeft als voordeel, dat het snel informatie verschaft over de aard van ons voorschrift; onderdrukkend of genezend. Ik zag dit antidoteren nooit optreden na het juiste middel. Integendeel als het middel juist is, versnelt frequente herhaling de genezing. De frequente herhaling van het juiste middel, geeft de mogelijk om de laag die onder behandeling is efficiënt aan te pakken en volledig te verwijderen. Zodat een nieuwe laag zich min of meer snel laat zien. Een patiënt heeft alleen maar één constitutioneel middel gedurende heel zijn leven nodig, als hij het middel niet vaak genoeg krijgt om in staat gesteld te worden zich van deze laag te ontdoen."

In die gevallen waar het middel snel uitgeput is, kan door dezelfde potentie eerst te herhalen tot er reactie is en vervolgens te herhalen bij stilstand of achteruitgang van het genezingsproces gewerkt worden. Hier is die intensieve herhaling noodzakelijk. Bij intensieve acute ziekten kan het nodig zijn om bij verbetering, niet te direct stoppen met innemen, maar om de frequentie van inname geleidelijk te verlagen, dit om een vroegtijdige terugval te voorkomen.

Herhaling van een potentie in juiste dosering, die lager is dan het niveau van de Centrale Verstoring, kan op deze manier de genezing versnellen en zelfs noodzakelijk zijn. Als de potentie echter hoger is, kan deze handelwijze leiden tot:

  1. De dood van de patiënt;
  2. Pathologische symptomen t.g.v. de grotere Centrale Verstoring (geneesmiddelziekte).

Nadat een middel volledig heeft kunnen werken, vermindert de gevoeligheid voor dat middel en is er voor hetzelfde effect een diepere werking noodzakelijk. Dit kan bereikt worden door de potentie te verhogen. Het niveau van de Centrale Verstoring neemt in het verloop van de behandeling(na terugval) toe. Hierdoor is dezelfde potentie niet meer toereikend en moet men hoger in potentie gaan.


Terug